Nog meer drama

“New Zealand has finally passed a new Patents Bill that will effectively outlaw software patents after five years of debate, delay, and intense lobbying from multinational software vendors.”

Zo las ik onlangs op Slashdot. Gejuich alom. Eindelijk een land op deze wereld dat een moedige beslissing zet en ons verlost van dat constante, innovatie afremmende, gezeik over software octrooien. Ehm, nee helaas. De werkelijkheid ligt wat gecompliceerder.

Wat is een octrooi op software ook alweer? Een octrooi is feitelijk een exclusief recht op het gebruik van een bepaalde techniek. Wanneer iemand een nieuw stuk techniek uitvindt dan kan hij hierop een octrooi aanvragen. Indien hij dit octrooi krijgt, dan wordt hij octrooihouder. Een octrooihouder kan twintig jaar lang anderen verbieden zijn uitvinding bedrijfsmatig toe te passen.

In veel landen kan men niet alleen een octrooi verkrijgen op een technische uitvinding, maar ook op software. Anders dan normale technische uitvindingen wordt de mogelijkheid om octrooi te verkrijgen op software doorgaans wel beperkt. In de landen die het Europees Octrooiverdrag hebben getekend (waaronder Nederland) is software als zodanig (‘as such’) niet octrooieerbaar. Echter, indien software iets innovatiefs kan doen, dan is zij dit wel. Dat wil zeggen dat als een uitvinding als hardware octrooieerbaar zou zijn, dat software die hetzelfde kan dit ook is.

Zoals op Slashdot al te lezen was, is uit een poll onder leden van het Nieuw-Zeelandse Institute of IT Professionals gebleken dat 94% van haar leden voor een verbod op software-octrooien is. Hoewel brede steun of weerzin vanuit de praktijk niet altijd een regering tot handelen aanzet (zie onze cookiewetgeving) zal de regering van New Zeeland hebben gedacht hier iets mee te moeten. Hierop is clausule 10A toegevoegd aan de nieuwe octrooiwetgeving. In de eerste twee leden van die clausule staat:

“1)A computer program is not an invention and not a manner of manufacture for the purposes of this Act.

(2)Subsection (1) prevents anything from being an invention or a manner of manufacture for the purposes of this Act only to the extent that a claim in a patent or an application relates to a computer program as such.”

Krachtens lid 1 kan software geen uitvinding zijn. Dit is natuurlijk om artikel 27 van het TRIPS verdrag te omzeilen, welk bepaalt dat “patents shall be available for any inventions.” Lid 2 zegt echter dat het uitsluitend gaat om octrooien welke zien op software als zodanig (‘as such’) en dat is cruciaal. Het komt er namelijk op neer dat de mate waarin software niet octrooieerbaar is afhankelijk is van de wijze waarop het begrip software als zodanig wordt geïnterpreteerd.

In dat laatste zit nogal wat ruimte. Binnen de bij het Europees Octrooiverdrag aangesloten landen wordt dit bijvoorbeeld zo geïnterpreteerd dat indien software iets innovatiefs kan, de software meer is dan software als zodanig. Mocht de Nieuw-Zeelandse rechter zich aansluiten bij deze (naar mijn mening wonderlijke) interpretatie, dan komt octrooiwetgeving min of meer in lijn met de wetgeving in Europa. Software is dan in veel gevallen gewoon octrooieerbaar.

Men zou echter ook restrictiever kunnen interpreteren. Zo zou ervan uitgegaan kunnen worden dat software als zodanig elke regel programmeertaal is. Software is in dat geval (nagenoeg) niet octrooieerbaar. Software kan dan uitsluitend aan het auteursrecht bescherming ontlenen.

Of clausule 10A van patent Bill No. 235-2 de Nieuw-Zeelandse octrooipraktijk ingrijpend gaat veranderen is dus nog afhankelijk van latere interpretatie. Door juristen (en ik hoef niet uit te leggen hoe die zijn).

Joeri

Dit bericht werd geplaatst in Auteursrecht, Octrooirecht en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie